IJs

Een tijdje terug wandelde ik er nog: de uiterwaarden van de IJssel.
Nu kan het niet meer…
Het Wijhese veer is gestremd want de rivier trad buiten haar oevers.
Zelf ben ik opgegroeid in de buurt van een rivier die zelden overstroomt. De Nieuwe Waterweg heeft geen uiterwaarden, maar met stenen verstevigde oevers. Het water kan hoog of laag staan. Ik herinner me de vele aangespoelde shampoo flesjes en wc reinigers die ik aan de kant vond bij laag water. De letters waren verdwenen, de kleur al wat vervaagd onder invloed van het zoute water, maar de vorm was behouden. Er wordt wat overboord gekiept.
De allereerste keer dat ik de IJssel in vol ornaat zag, was op een koude winterdag. Ik had net schaatsles op de Deventer ijsbaan gehad en kon meerijden naar Zwolle. Omdat ik in die tijd altijd met de trein ging, had ik de weg langs de IJssel nooit eerder gezien. We reden Deventer uit en belandden op de dijk.
De zon schitterde in het water. Eén grote wijdse spiegelende oppervlakte straalde me tegemoet. Her en der staken paaltjes boven de waterspiegel uit. Knotwilgen waren tot hun oksels verdwenen.
Verbijsterd keek ik rond. Mijn medeschaatsers kletsten rustig door alsof er zich buiten de beslagen raampjes geen wonder voltrok. Ik durfde het niet te vragen: wat was dit voor een enorme watervlakte? Razendsnel dacht ik na: in de buurt van Deventer was geen meer. Dit moest een rivier zijn. Ik keek beter en ontdekte de bakens die de rivierbedding aangaven.
Die dag was ik geen gezellig gezelschap. Vol ontzag heb ik de hele rit naar buiten gekeken. Wát een rivier!
En iedere keer dat de IJssel buiten haar oevers treedt en ik bij Wijhe de dijk oprijd, ervaar ik hetzelfde: de wijdsheid van watermassa’s, de overstroomde weilanden, de dijkhuizen die met hun tenen in het water staan, de ganzen die boven de uiterwaarden vliegen, de kwetsbaarheid van de dijk, het lage land aan de andere kant.
De IJssel stroomt…

Dit delen: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on Google+Email this to someone