Wat maak je menu?

Vandaag werd ik me bewust van iets vreemds in mijn kookgedrag.

De meesten weten dat ik graag experimenteer in de keuken. De oorsprong van een gerecht kan me niet exotisch genoeg zijn, wanneer ik de ingrediënten bij elkaar heb weten te sprokkelen, dan maak ik het. Niet iedere dag natuurlijk, maar eens in de zoveel tijd ruikt dit huis naar India, Marokko, Saoudi Arabië, Vietnam, Indonesië, Japan of waar een huis nog meer naar kan ruiken…

Ook de Oud Hollandsche keuken schuw ik niet. Watergruwel, griesmeelpap of balkenbrij, zaken waar ik als kind toch niet aan had durven denken, heb ik al eens eigenhandig vervaardigd.

Of variaties op een thema, ook altijd leuk. Dat komt door die moestuin van ons. Na kilo’s sperciebonen ingevroren te hebben, wil je daar toch ook eens iets anders mee doen dat het gebruikelijke groen/geel/bruin op je bord. Eens een keer een sperciebonenclafoutis of sperciebonensalade is dan wel zo afwisselend.

Er is echter één groente waar niet aan valt te tornen: boerenkool.

Ik begrijp zelf niet waarom, maar wat boerenkool betreft ben ik echt aartsconservatief. Dat moet gewoon op één manier klaargemaakt worden en niet anders. Als stamppot dus. Met worst en spekjes erbij. En een kuiltje jus. (En oké, voor Maarten, omdat hij dat van huis uit zo gewend is, iets zuurs erbij.)

Tegenwoordig benader ik aardig de graad van perfectie in het boerenkoolstamppotgebeuren: het smaakt al bijna net zoals bij mijn moeder thuis. De smaak van nostalgie?

Stamppot boerenkool, ik was er als kind al dol op…

Dit delen: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on Google+Email this to someone