Dril

April en kikkerdril hebben iets met elkaar te maken. Nadat de helft van de populatie geplet op het wegdek haar eind heeft gevonden, is de andere helft druk bezig geweest om voor nageslacht te zorgen. Doorzichtige eitjes met zwarte puntjes erin zijn het gevolg van deze activiteiten. “Dril” verder lezen

Wat maak je menu?

Waar ik dan wel gelukkig word? In winkels, groot en klein, waar het om eten draait! Zet mij in de grootste Hypermarché van Frankrijk neer en ik dwaal urenlang gelukzalig rond. En oké, ik weet ook wel dat een mens niet gelukkiger wordt van een vloedgolf aan yoghurtjes, maar op de een of andere manier kan ik die overvloed, mits dus in eetbare vorm, beter handelen. Op de non food afdeling krijg ik namelijk dezelfde trillingen als ik hiervoor beschreef. “Wat maak je menu?” verder lezen

Tent

Laatst had ik een uurtje waarin ik mezelf maar even moest vermaken. Vanwege jongstes voorliefde voor een bepaald plantje én omdat ik er vlakbij was, besloot ik naar een groenwarenhuis te gaan. Bij binnenkomst wist ik meteen weer waarom ik dit soort zaken meestal mijd. “Tent” verder lezen

Uhuh

Gisteravond kwam de trainer van oudste glimlachend op ons afgelopen.

‘Wat een verhaal!’ lachtte hij breed. ‘Die zoon van jullie!’

Ik begreep dat hij opgetogen was over de 1 april grap. Knarsetandend bedacht ik me dat we nog steeds geen middeltje hadden gevonden om die lijm op te lossen. Met gemengde gevoelens keek ik naar Maarten. “Uhuh” verder lezen

Uhu

Met kinderen beleef je nog eens wat. Zo kan het gebeuren dat je om half 1 ’s nachts de spaghetti, als zodanig, van de muren staat te schrapen omdat jongste plotseling heftige buikgriep heeft gekregen. En zo kan het ook gebeuren dat je internet afspeurt naar een middeltje om lijm op te lossen.

Het was best grappig verzonnen, eigenlijk. Heel grappig zelfs. Oudste had, aangestoken door alle 1 april verhalen in de Donald Duck, een goede grap uitgehaald op school. Thuis vertelde hij vooral over de grappen die anderen hadden bedacht.

2 April werd ik aangesproken door de hoofdmeester. ‘Of we verstand van lijm hadden,’ vroeg hij cryptisch.  Meer zei hij niet.

3 April kwam de aap uit de mouw: oudste had zijn juf een poets willen bakken. Hij had lijm op haar stoel gesmeerd. En dan niet van die behangersachtige lijm waar de gemiddelde kleuter zich misselijk aan mag eten…, nee, hij had een greep naar de Uhu schoollijm gedaan. ‘Extra sterke kwaliteit!’

Tips? Iemand?