Maïs

Waarschijnlijk heb ik vroeger een iets te beeldende beschrijving gelezen over de Spanjaarden die het Inca rijk betraden.  Er staat me iets bij over manshoge maïsplanten die het zicht op het paleis ontnamen. Ze moesten zich letterlijk een weg banen door het ‘goud’ van de Inca’s.

Wanneer ik hier in deze tijd van het jaar rondloop, waan ik me bijna in het Zuid Amerika. Meer dan manshoge maïsplanten doen de horizon verdwijnen. Het is alsof je langs groene muren loopt. Dat moet een mooi gezicht zijn geweest, daar bij die Inca’s.

De hond hou ik goed in de gaten. Twee richels maïsplanten mag ze erin duiken, verder echt niet. Zo’n beest zou de weg nog kwijtraken daar…

Over een paar weken is het allemaal alweer verleden tijd. Dan komen de hakselaars die tot diep in de nacht doorwerken. Hier in de wijde omgeving hangt een onuitgesproken, nerveuze sfeer van ‘alles op tijd naar binnen, mannen!’.  De geur van gebutst maïs ruik je overal en op de weg pikken vogels verloren korrels op.

Wat rest zijn stugge stoppels die in de grond achterblijven. De horizon is weer verschenen.

Zover is het niet. Alles is groen. Het is nog zomer…

Dit delen: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on Google+Email this to someone