Al vanaf het eerste moment dat ik buiten ging wonen werd ik geconfronteerd met dat àndere buitenleven. Terwijl ik op het stoepje voor ons huis (van tuinstoelen was in het begin nog geen sprake) een bakje zelfgemaakte (en zelfgeplukte) appelmoes zat te eten kwam onze kat aangelopen. Hij had iets trots in zijn houding, zo van: kijk mij nou eens even! “Kraken” verder lezen
Para
Een flesje zonnebrand vinden als er gure wind rond het huis waait en je al dagenlang geen sprankje zon door de grijze wolken hebt zien komen. Een wintersjaal tegenkomen wanneer je ernstig op zoek bent naar je zomerpetje. Slippers in de gang aantreffen als je met bemodderde bergschoenen binnenkomt. Tijdens een vergadering in je broekzak een legoblokje voelen. Bij de bakker om een halfje bruin vragen en buitenlands muntgeld in je portemonnee vinden.
of… op een snikhete zomerse dag een paar wanten aan de waslijn ophangen.
Wat maak je menu? 6
Soms mislukt er weleens iets. Ook al heb je het vaker gemaakt, heb je je nadrukkelijk aan alles gehouden in je kookboek, kookwekker keurig gehoorzaamd toen hij afging, soms kan het dan toch nog mislukken. “Wat maak je menu? 6” verder lezen
Bij de kassa
Hij stond in de rij naast me.
Alles aan hem was jong, onafhankelijk, rebels en cool.
Zijn haar dat iets te lang en warrig door elkaar gehusseld was. “Bij de kassa” verder lezen
Zuur (een verboden kix voor nix)
Als meisje van vijf, zes jaar liep ik op een ochtend naar de kleuterschool terwijl het regende. Ik weet nog dat ik mijn hoofd in de nek wierp en met mijn mond wijd open de druppels probeerde te vangen. Terwijl ik daar druk mee was kwamen een ouder meisje en haar vader hun tuinpad aflopen. Met de tong ver uit mijn mond gestoken ging ik verder met mijn bezigheid. “Zuur (een verboden kix voor nix)” verder lezen