Een jaar of 6 moet ik geweest zijn. Misschien 7. In ieder geval in de periode dat mijn oma nog leefde. Elke zaterdag gingen we bij haar op bezoek in het bejaardenhuis. Zo heette dat toen nog. Op weg naar dit Carel van den Oeverhuis (dat weet ik dus gewoon nog!) in Den Haag stopten we altijd bij een bloemenwinkel. Dat moet aan de Erasmusweg zijn geweest, ik heb het even opgezocht. In mijn herinnering waren er weilanden achter. Hoe dan ook, achter de winkel liep je zo een kas vol planten in. Als het met de bloemen wat langer duurde, ging ik daar meestal kijken.
Op een van mijn allereerste zoektochten ontdekte ik een bijzonder plantje: kruidje-roer-mij-niet. Als je met je vinger over de blaadjes ging, sloot het blad zich. Net of de plant niet tegen kietelen kon. Magisch vond ik dat! Iedere keer wanneer we in de winkel waren, moest ik dan ook naar dat plantje toe.
Het aparte is: het kwam niet in me op om te vragen of ik zo’n plantje mocht. Eentje kopen? Planten stonden in de vensterbank, of in die kas; dat was de logica van een klein meisje.
Ik werd ouder, ging niet meer iedere zaterdag mee naar mijn oma. En volgens mij sloot de winkel met de kas op een zeker moment ook. Mijn oma overleed toen ik 14 was. Het plantje zag ik niet meer. Wel kwam het nog een keer voorbij tijdens een biologieles. Het was een van de weinige planten die zelf kon bewegen. Net als een vleesetende plant. Geen van mijn klasgenoten kende kruidje-roer-mij-niet…
Af en toe moest ik nog denken aan het plantje uit mijn jeugd. Dat bijzondere plantje wat toch onlosmakelijk met mijn oma verbonden is. Een tijdje terug heb ik er nog op gegoogeld. De afbeeldingen toonden allerlei variaties. Maar een ding hadden ze gemeen: de blaadjes lijken wat op de verkleinde variant van acacia’s. Bijna als een soort veertjes. Dat klopte met mijn herinnering.
Vandaag liep ik de bloemenwinkel in mijn dorp in. Al na een stap viel mijn blik op een stel plantjes bij de entree. ‘Kruidje-roer-mij-niet!’ riep ik spontaan, tot grote verbazing van Maarten. Ik kon het niet laten om met mijn vinger langs het blad te gaan. En ja, daar sloot het al.
Het laat zich raden wat er nu in de vensterbank staat. Een potje vol herinneringen aan mijn oma.