Overal in huis kom ik briefjes tegen. Groot en klein. Krabbels op oude enveloppen. Wit en in allerlei kleuren. Van die laatste zwerven er veel rond. De grootste concentratie gele, roze en groene blaadjes ligt in de kamer waar ik de meeste tijd aan mijn boek heb geschreven. Dat losflodderende spul komt niet alleen doordat ik een nogal beroerde kwaliteit post-it heb gebruikt. Ze léken namelijk heel handig om al die verschillende verhaallijnen op een groot vel te ordenen en te herschikken. Ik kwam er echter al snel achter dat ze na een halve minuut alweer van dat grote vel afvielen… Tussen al die blaadjes zwerft er dan ook eentje rond met een notitie aan mezelf om de volgende keer vooral het echte A-merk te gebruiken.
Maar goed, veel van die blaadjes heb ik zelf verwijderd van dat grote vel waarop ik mijn hele boek had geordend. Het zijn hoofdstukken of delen van hoofdstukken die er tijdens het Grote Schrappen (Schrijven is schrappen!) uit moesten. Mijn boek was namelijk veel te dik. En dat is hartstikke leuk als je Harry Muesli heet en De Ontdekking van de Zemel hebt geschreven (Verreweg de leukste ver-Donald Duck-isering die er bestaat). In mijn geval was het doel echter een Lekker Wegleesboek en die zijn over het algemeen iets handzamer van formaat. Mijn boek moest dus afvallen.
Kritische meelezers hielpen me de puntjes op de i te zetten. Daarna kwam er nog een aantal rondes lezen waarbij ik op allerlei soorten fouten lette. Typefouten, taalfouten, logica-binnen-het-verhaal-fouten, fouten-die-nog-niemand-gezien-had, fouten-waarbij-ik-een-halve-hartverzakking-kreeg-want-o-wat-erg-als-ik-die-er-niet-uit-had-gevist en wat ik maar nog meer tegenkwam. Al met al heb ik de laatste weken mijn boek zeker tien keer herlezen. Elke keer werd ik onzekerder… Echt, een verhaal bedenken is hartstikke leuk, maar die laatste momenten voor je boek naar de drukker gaat zijn horror!
De meeste gedachten schipperden tussen Dit Vindt Niemand Leuk via Iedereen Gaat Me Haten naar Ik Zak Compleet Door Het IJs. En weer terug. Dit werd met het uur sterker. En ondertussen maar vrolijk doorgaan met het printklaar maken voor de drukker. Gelukkig was Maarten er als kalme ondersteuning bij rampen. De ergste? Tijdens het voor-de-laatste-keer nalopen erachter komen dat er zes (ZES!) pagina’s verdwenen waren! Ik krijg het nog benauwd als ik eraan denk. En gelukkig was Frank er die een prachtige cover tevoorschijn toverde.
Vervolgens stuur je de boel met ingehouden adem (en veel hopen dat het allemaal goed gaat) naar de drukker en kun je NIETS meer doen. Behalve in een soort zwart gat vallen. Waar overal briefjes blijken te liggen. Groot en klein. Krabbels op oude enveloppen. Wit en in allerlei kleuren. Want ja, ideeën voor het volgende boek zijn er al volop. En ondanks de horror aan het eind, begin je dan gewoon weer opnieuw.
O, en die cover? Ik vind hem mooi. En ik hoop van harte dat jullie hem ook leuk vinden!