De laatste tijd ben ik nogal geobsedeerd door koekjes. Niet alle soorten, maar eentje in het bijzonder: shortbread. Waarschijnlijk heeft dit alles te maken met onze vakanties in Schotland de afgelopen twee jaar. Naast varianten van haggis, cider, fudge en whisky bleken er ook diverse soorten shortbread te bestaan. Wat voor koekje dit is? Boterig, niet te zoet en in-de-mond-smeltend. Als ik afga op reviews op internet is met name dat laatste erg typerend: melt-in-your-mouth. Omdat ik het leuk vind om zelf te bakken, ben ik driftig op zoek naar het beste recept. Tenminste, het recept dat het meest in de buurt komt van de shortbread die ik het lekkerste vind. Die komt overigens van het eiland Mull en is deze om precies te zijn.
Shortbread lijkt ogenschijnlijk simpel. Er blijken echter megaveel recepten te bestaan van zowel professionals als thuisbakkers. Bij ieder recept staat wel commentaar van iemand die zegt dat dit hét recept is omdat het lijkt op wat oma maakte. Daartegenover staat dan ook altijd een bericht van een ander volgens wie het nergens naar smaakt. Zoveel mensen, zoveel meningen. En koekjes!
Sommige Britse thuisbakkers vermengen koude boter met bloem en suiker en weer andere gebruiken zachte boter. En moet dit dan ongezouten of gezouten boter zijn? Ook over de suiker is men het niet eens: bruine suiker, poedersuiker of gewone suiker? Daarnaast zijn er mensen die maïzena toevoegen voor extra crunch of amandel- en vanillesmaak gebruiken. Er worden koekjes opgespoten, uitgestoken met vormpjes en als plakjes van een gekoelde rol gesneden. Sommige shortbread gaat hooguit 10 minuten in de oven, andere zelfs 30 minuten. Dus tja, mochten Jannie en Robért ooit als technische opdracht over shortbread beginnen, dan is, in ieder geval in Schotland, elke keuken te klein!
Voor mijn eerste poging ging ik af op een Brits recept met de meeste positieve waarderingen. Als meerdere mensen zeggen dat ook hun Schotse grootmoeder of oude tante er altijd bruine suiker in deed, dan moet er toch een kern van waarheid in zitten, zo dacht ik. Verder gebruikte ik gewone boter en alleen maar bloem. Het werd een aardig koekje, maar niet wat ik zocht. Op naar poging twee. Bij dit recept gebruikte ik wat maïzena. Ik vond het een beetje vreemd, maar deed het toch. Met name omdat de Britse Jannie, namelijk Mary Berry, dat aanbeval. En wie ben ik om zo’n bakgoeroe met jarenlange ervaring tegen te spreken? Wel… ik snapte de crunch, maar ook dit was niet waar ik naar zocht. Bij deze poging ging ik overigens tegelijk af op de tip van iemand die alleen bij shortbread gezouten boter gebruikte. Ik vond de eerste lading koekjes namelijk wel erg zoet en ik miste iets als tegenhanger van al dat zoet. Dit was beter, maar nog altijd niet wat ik wilde. En de vanille die ik bij wijze van proef had toegevoegd, hoefde een volgende keer ook niet.
Uiteindelijk toch nog maar eens een verpakking van die lekkerste shortbread gehaald. Jawel, gewoon verkrijgbaar in Heino! Toen ik naar deze koekjes keek, viel me op dat ze afgesneden waren. Dus toch een gekoelde deegrol! Bij poging drie hield ik het, net als de ingrediëntenlijst op de verpakking, simpel: zachte gezouten boter, gewone kristalsuiker, gewone bloem en wat extra zout voor de pit. Na het mixen vormde ik van dit zachte mengsel een rol die ik in de koelkast legde. En direct daarna in de vriezer. Ik had namelijk weinig tijd en wilde de koekjes graag maken. Dit had tot gevolg dat de buitenkant van de deegrol hard en de binnenkant zacht was. Het snijden ging dus wat lastig, daarnaast bleek de oventemperatuur te laag, maar toch dacht ik bij het eerste nog warme koekje: dit komt in de richting!
Bij poging vier zal ik de rol langer laten koelen en de shortbread op een hogere temperatuur gaan bakken. Binnenkort dus meer. Alhoewel, binnenkort…? Ik wacht nog even een poos. Er zit tenslotte een limiet aan hoeveel koekjes je kunt verwerken binnen korte tijd. Zelfs bij een obsessie…