‘En als je een jaar niks loopt te doen is dat zonde van je studiefinanciering.’ Er klonk instemmend gemompel vanaf de trambanken achter mijn rug. ‘Weet je, je moet gewoon je opleiding afmaken. Zonder diploma kom je niet ver in dit leven.’ Omdat ik de stemmen kon horen, wist ik dat dit geen vader was die zijn zoon vermanend toesprak. De tongval was grootstedelijk met een etnisch tintje. En jong.
Ik keek over mijn schouder. Ze waren van het type jongens waarbij je automatisch een stapje achteruit doet als je ze tegenkomt. Stoere gebaren, gezwaai met mobieltjes, slepende tred.
Ze spraken met elkaar op een manier zoals vaders dat enkele decennia terug deden met hun zonen. Bij hun halte aangekomen wrongen ze zich uit de krappe bankjes zoals alleen jongens van die leeftijd dat kunnen doen. Met de rugzakken over hun schouders geslingerd verlieten ze de tram. Het serieuze was van hun gezichten verdwenen en had weer plaats gemaakt voor een coole, macho uitdrukking.