Met opgroeiende kinderen wordt steeds duidelijker wat hun eigen smaken zijn. Zo houdt Oudste niet erg van vis en is Jongste er dol op. Jongste is ook dol op kluiven, terwijl Oudste daar weer van griezelt. Oudste is dol op bietjes met een speklapje. Dat is altijd al zijn lievelingskostje geweest.
Eigenlijk zijn onze kinderen erg makkelijke eters. We hebben ze opgevoed onder het motto: ‘Altijd even proeven, want wie weet vind je het wel heel erg lekker.’ Meerdere keren bleken ze het inderdaad lekker te vinden.
Toen ik zelf klein was, had mijn moeder een keer een macrobiotische periode. Ze was een paar avonden weggeweest op cursus en daarna aten we dingen als sojabrokken en zilvervliesrijst. Dat was een behoorlijke schok voor de slechte eter die ik toen was. Wat ik me ook kan herinneren, is de linzensoep.
Op zich vond ik soep best lekker, maar die linzensoep…! Brrrr.
Gisteren vroeg Jongste wanneer we weer eens linzen aten. ‘Met dat rooie en van die worstjes erbij’,’ zei hij ook nog. Ik begreep meteen wat hij bedoelde: Salcisse con lenticchie.
Dit is een recept dat ik ooit uit het blaadje van de Appie scheurde. Het is al flink viezig door het vele gebruik. Je moet er alleen weer even op geattendeerd worden.
Het gaat erom dat je de linzen met spekjes, ui, bleekselderij en tomatenblokjes langzaam gaar laat worden. Lamsmerquez erbij en smullen maar!