Behalve filmvrienden hebben we ook kookvrienden. Zo zijn de visschotel van Jamie, Ramons toetje en Nigella’s muffins befaamd hier in huis. Nigella beweert over haar muffins dat ze die gewoon doordeweeks maakt. Ik weet niet hoe ze dat voor elkaar krijgt ’s ochtendsvroeg voordat de kids aangekleed, gepoetst, gewassen en ook nog op tijd de deur uit zijn gewerkt. Ik ben al blij als ik met mijn slaperige hoofd onthouden heb welk beleg er op welke boterham voor het overblijfbakje moet. ( Maar daar heeft ochtendmens Metz ook wel moeite mee, begreep ik laatst)
In haar kookboek beweert ze op montere toon dat als je in plaats van een kom müesli op een ‘gewone, doordeweekse dag’ eens iets anders wilt proberen, haar sinaasappelmuffins je ongetwijfeld zullen bevallen. Wanneer ik dan verder kijk en zie dat de baktijd alleen al 20 minuten bedraagt, vraag ik me toch af hoe of ze dat doet…
Vanochtend heb ik wentelteefjes gemaakt. Het is vakantie, dus tijd doet er niet toe. In Frankrijk hebben ze voor dit gerecht een fantastische, nostalgische naam: Pain perdu. Verloren brood. Je zou er bijna tranen van in je ogen krijgen. Een boerderij, ergens achteraf. Magere kinderen, een boer die op een armetierig stukje land pogingen doet om dingen aan het groeien te krijgen, een lekkend dak. En dan ook nog verloren brood. Niets was er meer mee te beginnen… Als laatste redmiddel haalde de arme boerin een ei uit het kippenhok en melkte de koe. Door dat mengsel werd het brood gehaald en daarna in boter gebakken. En zie daar: een warme gevulde buik. Blije gezichten, de boer kon er weer tegenaan op zijn akkertje. Niets is verloren met dat oude brood. Dat is nog eens andere koek dan sinaasappelmuffins!