Bekentenis

Ik moet iets bekennen.

Ik heb gebruikt.

En wat nog erger is: ik heb ook nog eens gebruikt tijdens mijn zwangerschap.

Iedere dag moest Maarten het spul uit Zwolle meenemen. Zakjes vol met poeder kocht hij.

Wanneer hij dan thuis kwam, wilde ik ze het liefs allemaal tot me nemen. Maar ik bedwong me. Met de grootste moeite, dat wel. Eén zakje per dag. Meer mocht niet. Anders werd het echt te gek. Vond ik toch ook wel. Ik was tenslotte zwanger.

En iedere dag dat moment. Als ik het echt niet meer kon houden. Schaar pakken. Zakje open. Poeder opsnuiven. Dat was al bijna genoeg. Maar ik wilde meer. Moest meer. En nam het allemaal tot me. Tot de laatste lik.

Het erge is dat mijn zonen nu ook verslaafd zijn. Alleen weten ze het nog niet. Ik heb het spul gewoon niet in huis. Want anders weet ik het wel. Krijgen we iedere dag dat gezeur. Om van mezelf nog maar te zwijgen…

Maar ik vrees het moment dat ze zelf op pad gaan. Op zoek naar het spul.

Deze zomer was het al raak. Tijdens de kermis. Oudste was eraan gekomen en genoot volop. Het erge was dat hij andere kinderen in zijn verslaving meezoog. Ieder kind liep ineens met dat poeder rond.

En dat is allemaal mijn schuld.

Want ik ben een gebruiker.

Nog steeds.

naschrift: ik dacht dat het niet meer bestond, Zoete Beertjes zwart wit. Vroeger was ik er verzot op… Nu ga ik maar eens uitvogelen waar ik ‘t kan kopen. De salmiak die Maarten importeerde kwam van De Tuinen. Heerlijk ook!

Dit delen: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on Google+Email this to someone