Wanneer je wandelt, kom je nog eens ergens.
Als meisje leerde ik dat konijnen in een hol slapen en hazen in een leger. Ik heb het altijd onthouden. Na deze informatie heb ik indertijd gevraagd hoe zo’n leger eruit zag. Mijn meester, niet echt het type natuurvorser, mompelde iets over een nest. Vandaar dat ik altijd een soort groot Pino-van-Sesamstraat-nest voor me zag, wanneer ik aan hazen dacht. Dat beeld verdween langzaam uit mijn hoofd omdat ik nooit dergelijke nesten in weilanden heb ontdekt. Bovendien kon ik me geen haas voorstellen die takjes verzamelde voor zijn nest.
Vandaag liep ik langs een weiland. De hond had zich al lekker willen omrollen in een dood dier, maar was teruggefloten. Hij liep nu snuffelend voor me uit.
Ineens sprong er een haas op die paniekerig weg rende. Dankzij een hek met schrikdraad kon de hond er niet achteraan. Dat vond ik niet heel erg.
Dichterbij gekomen zag ik de plek waar de haas weg was gesprongen. Het leger. Tussen de grassprieten was een ondiepe plek uitgegraven. Precies even groot als een haas. De grond was modderig en daardoor was de plaats waar de voorpoten gelegen hadden goed te zien.
Helaas voor jullie: geen camera bij de hand.