On

Gisteren scheen de zon zo fel en was de temperatuur zo hoog dat ik hond en mezelf een plezier deed met een ommetje bos. Lekker in de schaduw wat koelte opzoeken. Dacht ik.

Ook in het bos bleek het echter verstikkend warm te zijn. Ik rook de zoete geur van naaldbomen. Het leek of ik me in een kleverig snoepcellofaantje bewoog. De bloeiende grassen lieten hun pollen de vrije loop zodra hond erlangs liep. Ze zweefden door de lucht en belandden op de poelen met water. Het peil stond laag.

We liepen in een traag tempo van gracht naar waterpoel naar wetering en al die tijd bleef hond braaf naast me lopen. Had geen behoefte aan renpartijen door de struiken.

Langs de laan stonden eiken. Bij iedere boom die ik passeerde, stoven vliegen op. Ze waren ver weg gekropen in de groeven van de bast. Alsof ze diep in de boom nog wat koelte konden vinden.

Later die middag plonsde ik vrijwillig in één keer in het zwembad. Het was echt warm, gisteren. Om sloom van te worden.

En denk nu niet dat ik lekker geslapen heb. Het onweer hield me een uur wakker vannacht.

Dit delen: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on Google+Email this to someone