Tja, daar sta je dan: een lekke skelterband én een lekke voorband van de bolderkar. Maar banden plakken is tenslotte iets wat iedere man kan. Zelfs ik. Dus met mijn Simson-bandenlichtertjes mijn nagels tot scheuren aan toe opengehaald teneinde deze strakke buitenbandjes te lichten. Dit was andere koek dan een lekkere oude en soepele versleten fietsband.
Zelfs mijn handige buurman kon me hier niet mee helpen en adviseerde me naar het ‘Bandencentrum’ te gaan. Ik keek hem onthutst aan maar gaf geen kik. Deze buurman is niet van het type dat stagières van bijvoorbeeld het Grafisch Lyceum naar een drukkerij laat gaan voor een pot rasterpuntjes (klassieker!).
Nadat de twee bandjes ongeveer twee weken in de achterbak van mijn auto hadden gelegen heb ik alle moed bijeen geschraapt. Ik draaide de parkeerplaats van de bewuste garage op waar het zogenaamde ‘bandencentrum’ gevestigd zou zijn.
Na even onwennig in de werkplaats te hebben rond geslenterd zag ik iemand in een besmeurde blauwe overall. Druk aan het sleutelen aan iets wat ik met geen mogelijkheid beter zou kunnen beschrijven dan dat het ‘iets met motors’ was.
Ik zocht oogcontact en tot mijn opluchtig keek de man me welwillend aan. In aanwezigheid van echte mannen voel ik me nooit zo op mijn gemak. Het was iemand die nét iets ouder was dan ikzelf en aan zíjn en míjn handen te zien waren de twee bandjes bij hem in goede handen.
‘Jullie plakken toch autobanden?’ Terwijl ik dit zei vroeg ik me direct af waarom ik zo’n domme vraag kon stellen. Alsof je aan een bakker vraagt of-ie brood bakt.
Hij knikte.
Dat viel mee.
‘Ook de wat kleinere?’ en ik haalde de twee bandjes tevoorschijn.
Ik was op een geringschattend hoongelach voorbereid, minachtend gesnuif of een lachbui maar de reactie van de man was ongekend.
Zonder iets te zeggen legde hij mijn twee lullige bandjes tussen een stapel auto- en tractorbanden.
‘Volgende week? Ik bedoel,’ haastte ik er bij te zeggen, ‘ik heb geen haast. Volgende week zaterdag, kan ik ze dan ophalen?
‘Zal wel lukk’n.’ Hij keerde zich mijn rug weer toe om door te gaan met zijn sleutelwerk.
Terugrijdend naar huis voelde ik me enorm opgelucht. Een beetje hetzelfde gevoel als wanneer ik vroeger voor controle naar de tandarts moest. Een grote maar aangename verrassing wanneer bleek dat ik eens een keer géén gaatjes had.
Mei 6th, 2007 at 12:22 pmEn, zijn de bandjes ook werkelijk gemaakt?
Overigens: er hoort een komma tussen twee persoonsvormen, dus “zei, vroeg”.